Algemene informatie

Martinus van Tours

Martinus werd ca. 316 geboren in Pannonia (Hongarije). Zijn vader was militair, dus viel hij onder de wettelijke bepaling dat de kinderen eveneens een militaire loopbaan zouden volgen. Op jonge leeftijd werd hij soldaat en als 15-jarige trok hij naar Gallië. Toen hij op zekere dag Amiens te paard binnenreed vroeg een halfnaakte bedelaar om een aalmoes. Hij had geen geld en sneed toen maar met zijn zwaard zijn mantel in twee stukken en gaf de ene helft aan de arme. Later verscheen Christus aan hem in een droom zeggende: ‘Ik was naakt, en gij hebt Mij gekleed'. Martinus liet zich vervolgens dopen en verliet de krijgsdienst. Op 19-jarige leeftijd werd hij tot exorcist gewijd door St.-Hilarius te Poitiers en wat later leefde hij enige tijd als kluizenaar op het eiland Gallinara voor de Ligurische kust. Daarna stichtte hij het eerste klooster in Gallië. In 371 werd Martinus door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Als bisschop zette hij zich in voor de verdere verspreiding van het Christendom. Hij stichtte rond 375 de bekende Abbaye de Marmoutier. In 397 stierf Martinus aan koortsen, tachtig jaar oud. Hij werd op 11 november begraven in de basiliek van Tours. Al gauw na zijn dood kwam de verering op gang. Hij werd een van de populairste heiligen in de middeleeuwen o.a. door Sulpicius' ‘Vita Sti. Martini' en de ‘Libri IV de Virtutibus St. Martini' van Gregorius van Tours. Martinus was de eerste patroon van Frankrijk en is o.a. de beschermheilige van de stad Groningen. Sint-Maarten wordt op twee manieren afgebeeld: als Romeins soldaat in harnas die de helft van zijn mantel aan de bedelaar geeft, en als bisschop met een bedelaar aan zijn voeten. De mantel die hij deelde met de blinde bedelaar werkt nog op andere manieren door: de Merovingers maakten de reliek van zijn mantel (cappa) tot banier en standaard van hun leger en vertrouwde deze toe aan de zorg van een ‘cappellanus'. Hier ligt de oorsprong van de woorden kapel en kapelaan.

Lees meer